Werkwijze

Hoe gaan we te werk

Conditiebewaking wordt op roterende machines uitgevoerd door middel van trillingsmetingen. Bij de eindverbruikers zijn storingen in de regel ongenodigde gasten. Ongeplande stilstand van kritische installaties hebben aanzienlijke productieverliezen en een toename van onderhoudskosten tot gevolg. Ondanks alle inspanningen komt technisch falen van machines en installaties toch voor. Door het uitvoeren van trillingsmetingen hoef je niet te wachten tot dat een storing zich voor doet maar kan je ze met voldoende inzicht voorspellen.

Succesvolle conditiebewaking rust op drie pijlers

Pijler 1 horen:
Met ultrasoon apparatuur is ver boven de menselijke gehoorgrens beginnende lager- tandwiel- en motorschade al waar te nemen.

Pijler 2 zien:
Met een stroboscoop wordt de traagheid van het menselijke oog middels instelbare lichtflitsen overtroffen. Afwijkingen van allerlei werktuigbouwkundige bewegingen worden zichtbaar. Om een paar voorbeelden te noemen: slijtage in koppelingen, onjuiste omtreksnelheden, tandingrijpingen of bewegingen in frames.

Pijler 3 voelen:
Trillingen zijn eigen aan draaiende machines en daarom ook voelbaar. Middels zeer gevoelige opnemers zijn trillingen te transporteren naar computers voor analyse. Trillingen bezitten een grote hoeveelheid informatie over het gedrag van componenten. De trillingen die afkomstig zijn van oneigenlijk gedrag van een machine, geven een indicatie voor een aankomend probleem of storing.

Meetmethodes trillingsniveau

Trillingsanalyse

Met trillingsapparatuur zijn er met behulp van een versnellingsopnemer spectra te nemen op een meetpunt. Een meetpunt is meestal een lager omdat bijna alle trillingen via een lager naar buiten komen. Voor conditiemeting wordt van te voren bepaald welke informatie belangrijk is uit welk meetpunt. Vervolgens wordt een selectie gemaakt uit de soorten filters welke de meest bruikbare informatie kan leveren.
Soort meting (filter) Detectie:

  1. Snelheidmeting van 2 of 4 Hz tot 1000 Hz; alle mechanische trillingen plus hun energie-inhoud en verificatie aan ISOnorm 10816-3.
  2. Versnellingsmeting 2 tot 5000Hz; elektrische fouten, smering, cavitatie
  3. Hoogfrequent 2 tot 10.000 Hz; eerste lagerschade.
  4. Tijdsignaal 4000 milliseconde; resonanties vorm en draaggolven.
  5. Hoogfrequent tijdsignaal; vorm van impacten van aanstotingen
  6. Hoog oplossend vermogen 2 tot 200 Hz; poolfrequenties, frequentie en amplitude-modulaties.
  7. Cross Channel; fasehoekverschillen en koppelonbalans.
  8. Twee-kanaals tijdsynchroon; orbit voor asbewegingen.
  9. Acht-kanaals Long time wave form; periodieke impacts.

Afhankelijk van de te meten machine wordt de meest geschikte meetmethode voor bepaling van conditie gekozen.

Ultrasoon metingen

Ultrasoon geluid is heel gericht. Geluid gaat door staal met een snelheid van bijna zes km. per seconde.
Ultrasoonwaarden stijgen door:

  • Vermoeiing
  • Vuil
  • Beschadiging
  • Proces-geluiden
  • Temperatuur
  • Proces-variaties
  • Breedte van het contactvlak rol- en kegellagers. (10% lager waarderen)
  • Frequentieregelaars
  • Beoordeling van dB. waarden bij een enkelrijig kogellager boven 300 t.p.m.:
  • 0 tot 55 dB.: goede conditie.
  • 55 tot 60 dB.: smeerprobleem?
  • 60 tot 65 dB.: smeerprobleem, lichte schade?
  • 65 tot 70 dB.: lichte schade.
  • 70 tot hoger.: kans op uitval.
  • Bij een lager dat slechter wordt kan de dB waarde weer afnemen!
  • Bij wentellagers die minder dan 300 t.p.m. draaien,
  • Geluid uit de koptelefoon extra mee wegen.
  • De dB. waarde gebruiken als referentie.

 

Visuele inspectie stroboscoop

Merk Monarch instrument

  • Type Nova-Pro 300
  • Lichtopbrengst 5500-30.000 lux (90 watt)
  • Max flits 999999 /min/16666Hz.
  • Externe trigger

Een stroboscoop laat patronen zien tijdens dynamisch gedrag. Optische stilstand ontstaat als het aantal flitsen overeen komt met het draaiende object. Het effect ontstaat door de waarneming van het object kortstondig toe te staan als het object zich in dezelfde positie bevindt. Het oog mist de andere posities waardoor de illusie ontstaat van stilstand.

Patronen die zichtbaar gemaakt kunnen worden met een stroboscoop zijn onder andere:

  • Het ingrijpen en loslaten van ketting uit vertanding.
  • Het bestuderen van de passerende schalmen op beschadiging.
  • Buiken en knopen in fundatie.
  • Klep-bewegingen van verbrandingsmotoren.
  • Conditie van druk- en trekveren in bedrijf.
  • Repeterende schakelingen.
  • Verkeerde afstelling van frequentieregelaar, variërende hoeksnelheid (gas geven-remmen).
  • Afstellingsfouten in softstarters.
  • Afwijkingen in aangedreven werktuig.
  • A-synchroon draaien trilmotoren.
  • Slijtage van V-snaar sets (oneenparige snelheid).
  • Middelpuntvliedende krachten (seegerringen).
  • Slijtage (hoekverdraaing) van koppelingen (d.m.v. strip).
  • Torsie meten in een as.
  • Toeren wisselingen.

Analyse en advies

Voor het analyseren en intrepeteren van deze data is specialistische kennis nodig. Zo moet de analist kennis hebben van de machines, de constructie, het gedrag van de machine, de invloed van omgevingsfactoren, trillingssignalen kunnen interpreteren en vertalen naar praktische oplossingen voor juiste modificaties en toepassingen. Daarbij is kennis nodig van wet- en regelgeving.
Conditiebewakinkg middels bovengenoemde drie pijlers weergeven tijdig potentiele storingen zoals bijvoorbeeld:
onbalans,
uitlijnfouten,
lagerschade,
tandwielschade,
resonantie enz…
Alle bevindingen worden gerapporteerd in een helder, duidelijk adviesverslag met direct toepasbare modificaties of gebruiks- of onderhoudssuggesties.

De rapportages bestaan uit de volgende elementen:
1 Wat hebben we gemeten?
2 Wat hebben we gevonden?
3 Wat moet er gebeuren?
Punt 1 komt voor uit een inventarisatie van equipment die essentieel zijn voor de voortgang van zaken.
Punt 2 bestaat uit afwijkingen die (eventueel) in aanmerking komen voor modificaties.
Punt 3 bestaat uit een werklijst die is gedistilleerd uit punt 2 en vraagt directe aandacht om storingen te voorkomen. Op de voorgestelde onderhoud acties en modificaties vragen we feedback omdat problemen soms dieper kunnen liggen dan de meest voor de hand liggende oorzaken.
De meetintervallen variëren van eens per kwartaal tot zijn maximaal één jaar.

MTD door dik en dun

Wanddiktemeting

Het ultrasoon wanddikte meten is een meetmethode waarbij met behulp van ultrasoon geluid de dikte van materialen kan worden bepaald. Voor de veiligheid is het belangrijk de materiaaldikte te weten van scheepswanden, druksystemen, of bij explosiegevaarlijk equipment.

Wandiktes nemen af door:

  • Slijtage/wrijving.
  • Corrosie.
  • Agressieve media.
  • Elektrolyse.
  • Weersinvloeden.

Wanddiktes zijn te meten met Ultrasoon geluid (20 kHz-800 MHz.)

Dit geluid wordt opgewekt door een piëzo-elektrisch kristal in de vorm van een taster. In de taster zitten de zender en de ontvanger. Het uitgestuurde signaal wordt aan het einde van de wand teruggekaatst (zoals het licht van een lamp op een voorwerp weerkaatst). De tijd tussen het uitsturen en ontvangen van het geluidssignaal geeft de dikte van de wand of verflaag weer. Het oppervlak waarop de taster wordt geplaatst, dient schoon en vlak te zijn. Een vaste verflaag, mits niet te dik, is geen probleem. Aan de andere kant van de te meten wand kunnen vormen van aanklevingen, vloeistoffen of corrosie zitten. Dit is geen belemmering. De microscopische oppervlakteruwheid, waar de taster op geplaatst wordt, wordt opgevuld met vloeistof op basis van glycerine of gewoon olie SAE20.

De temperatuur is van invloed op de snelheid van de geluidsgolf door het materiaal. Door warm materiaal gaat het geluid sneller.

Het signaal van de wanddiktemeter kan door staal, aluminium, glas, keramiek of vaste kunststoffen worden gestuurd. Er zijn wanddiktemeters die op duizenden van een millimeter kunnen meten. Ze worden gebruikt voor het meten van verflagen, ouderdom van glas of verlenging van treksterkte in bouten.

dBa metingen

Type geluidsmeter is van het merk Brüel & Kjear type 2250 Light. De meter voldoet aan zowel de IEC en de ANSI norm. Single-channel input (microphone, accelerometer or direct signal).

  • 4.2 Hz – 22.4 kHz broadband linear frequency range with supplied microphone Type 4189
  • 16.6 – 140 dB A-weighted dynamic range with supplied microphone Type 4189
  • Data storage on plug-in SD / SDHC memory cards

Vaste klanten